Het vliegveld Soesterberg speelde in de tweede wereldoorlog een belangrijke rol voor de Duitse bezetter. Duitse bommenwerpers stegen in die periode op van de bakermat om voornamelijk doelen in Engeland te bombarderen. De Geallieerden probeerde tijdens de bezettingsjaren meerdere malen het vliegveld van Soesterberg buiten werking te stellen doormiddel van bombardementen, maar met weinig resultaat.
Op 8 maart 1944 was Soesterberg wederom doelwit voor geallieerde bommen. Omstreeks elf uur op een stralende woensdagochtend verschenen 47 Amerikaanse Marauder bommenwerpers van de 9th Air Force om hun dodelijke last af te gooien boven het voormalige vliegveld. Later die middag rond vijf uur voerden 73 Marauders opnieuw een aanval uit op de Fliegerhorst. In totaal gooiden de bommenwerpers op die fatale dag 140 ton aan bommen op het doel.
Tijdens de aanval werden de volgeladen Marauders begeleid en beschermd door Engelse Spitfire jachtvliegtuigen. Zij leverden strijd tegen Duitse jachtvliegtuigen die waren opgestegen van andere vliegvelden in een poging om de Amerikaanse bommenwerpers te vernietigen.
De Spitfire van de Noorse vlieger Sergeant Rudolf Hoiland werd tijdens de gevechten fataal getroffen en stortte neer bij Woudenberg. Hoiland zelf weet zijn brandende vliegtuig op tijd te verlaten en land veilig aan zijn parachute in de buurt van Driebergen. Hij overleefde de oorlog in krijgsgevangenschap.
Het bombardement was in de weide omgeving goed te zien en te voelen. Schade aan het vliegveld was aanzienlijk maar ook de schade in de omgeving was groot. Vele slachtoffers vielen onder de Duitsers en onder de burgerbevolking.
In het kader van het 75 jaar bevrijding kijken we met een reeks artikelen terug op bevlogen tijden in Soesterberg.
